Diabetes type 1
Bij dit type diabetes maakt de alvleesklier geen insuline meer aan. Ons lichaam heeft insuline nodig, dit zorgt er namelijk voor dat glucose uit de koolhydraten van onze voeding naar onze lichaamscellen gaan, als dit niet gebeurd dan kunnen we een te hoge bloedglucosowaarde krijgen. Dit type diabetes kunnen we niet voorkomen en ook niet genezen. Zodra je weet dat je diabetes type 1 hebt zal je zelf je bloedglucose waarde op peil moeten gaan houden, dit doe je doormiddel van een insulinepen of een insulinepomp. Overigens is de oorzaak van dit type diabetes niet geheel bekend, zowel erfelijkheid als genetische aanleg kunnen een rol spelen.

Wat zijn de symptomen van diabetes type 1?
Je hebt het idee dat je vaker moet plassen.
Je valt af zonder enige reden.
Je kan ervaren dat je een droge mond hebt.
Je hebt veel en dus vaker dorst.
Je kan je zwak en moe voelen.
Je kan last van je ogen hebben, denk dan aan wazig of slecht zien.

Dit zijn de meest voorkomende symptomen. Echter wil het niet altijd zeggen dat als je hier last van hebt je ook direct last van diabetes hebt. Maar wij zullen je dan toch adviseren om bij de huisarts op controle te gaan en deze punten zeker te bespreken. Je huisarts kan doormiddel van een vingerprik je waardes meten. Als deze hoger is dan 11 zal je huisarts adviseren om een meting te doen wanneer je nuchter bent. Dit wil zeggen dat je 8 uur voor deze afspraak niet gegeten of gedronken mag hebben.

Wat is de behandeling?
Diabetes type 1 behandel je met insuline, dit kan doormiddel van een insulinepen of insulinepomp. Je kan hiermee je waardes weer op peil gaan houden, dit doe je door eerst een vingerprik te nemen om te weten hoe hoog je glucosewaarde is, en daarna kan je zelf de hoeveelheid insuline regelen.
Wat je verder nog meer kan doen is op je voeding letten, je mag doorgaans gewoon alles eten. Maar hoe beter je op je koolhydraten let, hoe beter je de behandeling daar op kan aanpassen.